ZUIDHORN – Vanuit het jeugdbeleid zijn er een paar zaken waar Zunobri mee bezig wil. Bestuur en TC zijn al bezig om het punt presteren vorm te gaan geven en daar haakt het jeugdbeleid op in die het beleidspunt “Technisch” gaat invullen. 

Zunobri heeft 3 hoofdspeerpunten voor het algemene beleid, behalve dat duidelijk is hoe het punt Plezier ingevuld moet worden is het punt Groei tot nu toe zeer geslaagd. Want de club is sinds het formuleren van dit nieuwe beleid gegroeid van 40 naar 90 leden en daarmee bijna weer op het niveau in 2006 toen het de 100 leden aantikte. 

Echter ziet Zunobri ook wel dat het prestatieniveau van toen hoger lag dan van nu en dus voelt, vind en wil de club daar nu hard aan werken. 
Vanuit het jeugdbeleid zijn er al enkele jaren clinics en begeleiding geweest maar dit jaar zal het structureler worden aangepakt. 

Sportdocent en Zuidhorner, Laurens Bloem is gevraagd om middels een clinic de beginselen van het training geven vorm te geven. Na deze eerste clinic werd helder dat de jeugdtrainers zich graag lieten onderwijzen door de gedreven sportman en woensdag 17 januari volgde een tweede clinic die gestoelt was op informatie uit de eerste clinic.

Laurens had net als vorige keer de zaak grondig voorbereid, het weer liet het helaas niet echt toe om buiten even wat dingen te gaan doen maar het onderwerp sprak zeer aan. 

Bloem legde uit dat de basis van een training niet alleen vanuit een planning over langere tijd gaat, maar ook vanuit een analyse van de beginsituatie van je team. 
Hij had daarbij een paar handige tools, de diverse jeugdtrainers van de groepen gingen bij elkaar zitten om deze vragen in te vullen. Zo moest er gekeken worden naar wat de groep motorisch kan maar ook de cognitieve kant moest op papier in steekwoorden worden gezet. 

Tussendoor waren er vragen over hoe kinderen bij de les gehouden kunnen worden of hoe je technieken aanleert. Laurens benadrukte toch vooral de spelenderwijs methode die in het korfbal “Spelenderwijs verbeteren” wordt genoemd. 

“Je kan beter tegen een kind zeggen dat ze de bal richting de brug moeten gooien dan dat je verteld in welke hoek ze de bal moeten gooien” vertelde hij in een voorbeeld. 

Ook wees hij op het feit dat eigenlijk alles een klein wedstrijd element in zich moet hebben. Overgooien is leuk maar het bekende spelletje “lummelen” maakt het veel uitdagender voor een jong kind. 

“Maar” zo zei Bloem, “het gaat niet alleen om de beginsituatie van het team maar ook om dat van de trainer”. 

 

Want reflecteer je op jezelf? Wat kan je wel en wat kan je niet goed 

voordoen? Dergelijke vragen stelden de jeugdtrainers elkaar en er kwamen ook voor de meer ervaren trainers toch verassende dingen uit. 

 

Geinspireerd ontstonden er ook na de bijeenkomst nog de nodige discussies en gesprekjes en zelfs Laurens was enthousiast over de avond. 

Afgesproken werd dat er weer een derde bijeenkomst gaat komen waar bijvoorbeeld gebruik gemaakt kan worden van de informatie die de nieuw aan te stellen jeugdtrainersbegeleiders gaan verzamelen. 

Geschreven door: Christiaan Schaafsma